Overzicht
van calciumgehalte in groenten, fruit, brood en hooi
Astrid over haar cavia Bart die ze vitamine D gaf nadat Bart veel blaasontstekingen had: "Met onze Bart gaat het
weer een stuk beter. Ik gaf Bart vitamine D-druppels van Davitamon.
Hier
zit veel suiker in. Ben op internet gaan zoeken en kwam erachter dat
suiker een voedingsbron is voor bacteriën.
Bij een drogist die
gespecialiseerd is in natuurproducten vitamine D gekocht zonder verdere
toevoegingen. Bart is hiervan een stuk opgeknapt. Vorige week met Bart
naar dierenarts geweest. Die vond Bart er prachtig uitzien voor haar
leeftijd.
In juli wordt ze 6 jaar. Haar blaasje voelde soepel. Ik hoop
dat het goed blijft gaan."
Krijgt je cavia wel vitamine D?
Vitamine D is
een vitamine die je cavia binnenkrijgt via de voeding
of die het via zonlicht aan kan maken. En daarin schuilt
ook meteen het probleem, want de meeste cavia's zitten
binnen, in huis. Ook al kan zonlicht door de ruit naar
binnen schijnen, op die manier kan de cavia geen vitamine
D aanmaken.
Onder invloed van de UV-straling uit zonlicht wordt
er namelijk vitamine D in het lichaam aangemaakt. Maar
de voorwaarde daarvoor is dan wel dat het zonlicht het
lichaam aanraakt. Achter glas zitten zorgt ervoor dat
er géén vitamine D wordt aangemaakt. Daardoor
kunnen cavia's een tekort aan vitamine D krijgen.
Ook cavia's die buiten wonen, kunnen een tekort aan
vitamine D hebben. Ook al wonen ze buiten, ze zitten
natuurlijk meestal in hun nachthokjes. Cavia's zijn
geen zonaanbidders; ze zullen niet in de zon gaan liggen
om zo hun vitamine D-gehalte op peil te houden, hoewel
er wel cavia's zijn die de warmte van de zon prettig
vinden.
In Nederland schijnt de zon echter niet zo heel vaak,
en in de herfst en winter kan de aanmaak van vitamine
D bij cavia's die buiten wonen, dan ook verminderen.
Waarom is vitamine D belangrijk?
Vitamine D is onontbeerlijk. Het zorgt er samen met
calcium voor dat de botten en het gebit gezond blijven
of dat het goed opgebouwd kan worden bij jonge cavia's.
Vitamine D is bovendien noodzakelijk voor een goede
spierfunctie, een goede hersenwerking en eigenlijk voor
het goed functioneren van het hele lichaam.
Symptomen van vitamine
D-tekort:
- zwakke spieren
- trillende spieren
- kramp in de spieren
- hartproblemen (het hart is ook een spier)
- moe
- lusteloos
- pijn in gewrichten
- pijn in spieren
- broze botten
- bloedend tandvlees
- slecht gebit
- blaasstenen, nierstenen, galstenen
- slechte hersenfuncties
- problemen met het zenuwstelsel
Calcium en vitamine D: voor een goede blaaswerking
Vitamine D vormt een wisselwerking met andere stofjes
in het lichaam. Eén daarvan is calcium. Een veelvoorkomend
probleem bij cavia's, zijn blaasproblemen in de vorm
van blaasontstekingen, blaasgruis en blaasstenen. Ook
komt het regelmatig voor dat een cavia klachten heeft,
maar er niets te vinden is (door de dierenarts) en het
dus een raadsel is waarom de cavia klachten heeft.
Hoe calcium werkt in het lichaam
Blaasstenen bij de cavia ontstaan vrijwel altijd doordat
er te veel calcium (kalk) in het voer zit. Calcium is
essentieel om het gebit en de botten op te bouwen en
sterk te houden, maar te veel calcium is niet goed voor
de cavia.
Mensen hebben een mechanisme in hun lichaam dat ervoor
zorgt dat als er genoeg calcium is opgenomen uit het
voedsel, de opname stopt. Dus als een mens 10 eenheden
aan calcium nodig heeft en hij krijgt er via zijn voedsel
20 binnen, dan zal de mens alsnog maar 10 eenheden opnemen.
Maar als een cavia behoefte heeft aan 10 eenheden en
hij krijgt er 20 binnen, dan neemt zijn lichaam alle
20 eenheden op. Diens lichaam heeft geen regulering
en is gedwongen ALLE calcium die hij via zijn voedsel
binnen krijgt, op te nemen. Het gevolg is dus dat er
dan te veel calcium in het lichaam is.
Omdat het lichaam daar niets mee kan doen, maar het
wel kwijt moet, gaat het het calcium afgeven aan de
urine. Op die manier kan de overtollige calcium het
lichaam verlaten.
Maar als er heel veel calcium is en er iedere dag
weer een overschot aan calcium dat uitgeplast moet worden,
zal dat calcium zich ook af gaan zetten in de blaas.
De urine is dan verzadigd van calcium en daardoor kan
het neerslaan in de blaas. Het gevolg is blaasgruis
of blaasstenen, met als gevolg een blaasontsteking.
Vitamine D 'vangt' calcium
Als er echter voldoende vitamine D in het lichaam aanwezig
is, dan 'vangt' de vitamine D die rondzwervende calciumdeeltjes.
De vitamine D bindt dus de calcium en op die manier
komt er geen calcium meer de urine terecht. En omdat
er geen calcium meer in de urine aanwezig is, kunnen
zich geen blaasstenen meer vormen.
Indien een cavia dus last heeft van blaasklachten, zal
hij waarschijnlijk te veel calcium in zijn lichaam hebben
en dus ook een tekort aan vitamine D.
Meer vitamine D, minder calcium
Wat vaak gedaan wordt bij cavia's die blaasklachten
hebben, is ze op een calciumarm-dieet zetten, dus voedsel
geven waar weinig calcium in zit. Echter: dat wil niet
zeggen dat de klachten over zijn! Veel cavia's die nauwelijks
meer calcium binnenkrijgen, houden nog steeds last van
blaasklachten. En als je langdurig nauwelijks calcium
binnenkrijgt, krijg je problemen met je botten en tanden
omdat die niet genoeg calcium hebben om ze gezond en
sterk te houden. Dus cavia's met blaasproblemen die
ten gevolge daarvan op een calciumarm-dieet worden gezet,
lopen de kans botproblemen en gebitsproblemen te krijgen.
De oplossing is om de cavia vitamine D te geven. Die
zorgt ervoor dat het calcium daadwerkelijk gebruikt
wordt om het gebit en de botten op te bouwen en sterk
te houden, en die zorgt er ook voor dat overtollig calcium
geen blaasklachten kan veroorzaken.
Vitamine D en het gebit
Omdat een tekort aan vitamine D voor gebitsproblemen
kan zorgen, is het van belang dat cavia's vitamine D
binnenkrijgen, óók als ze (nog) geen blaasproblemen
hebben! Veel cavia's kampen met gebitsproblemen. Hoewel
velen weten dat vitamine C essentieel is voor cavia's,
onder meer voor een gezond gebit, is het nog niet algemeen
bekend dat voor het behoud van een gezond gebit ook
vitamine D van belang is.
Het geven van vitamine D aan je cavia kan hem dus behoeden
voor zowel blaasproblemen als gebitsproblemen.
Zwangere zeugjes
Cavia's die moeder gaan worden en een tekort aan vitamine
D hebben of aan vitamine C lopen de kans om ongezonde
jongen op de wereld te zetten. Gebitsproblemen zijn
vaak terug te voeren op een gebrek aan vitaminen bij
de moeder. Veel caviabaasjes, maar ook veel fokkers,
weten niet dat dat hun zwangere zeugen voldoende vitaminen
moeten geven om zo problemen bij het nageslacht te voorkomen.
Jonkies kunnen worden geboren met allerhande afwijkingen
omdat hun moeder onvoldoende vitaminen binnen kreeg
tijdens de zwangerschap. Vaak is er op het eerste oog
niets aan de hand met die jonkies, maar veel cavia's
krijgen voortijdig allerhande gezondheidsproblemen.
Het is niet normaal als een cavia van slechts één
of twee jaar oud gebitsproblemen krijgt en overlijdt
aan de gevolgen ervan, maar het komt helaas wél
vaak voor. En het is ook niet normaal als een jonge
cavia een bot breekt of dermate zwakke botten heeft
dat het te klein blijft, maar het komt helaas wél
voor.
Hoe krijgt je cavia genoeg vitamine D?
Cavia's kunnen op twee manieren vitamine D krijgen:
via zonlicht en via het voedsel. Als je cavia binnen
woont en nooit buiten komt, moet hij dus alle vitamine
D via zijn voeding binnenkrijgen. Als je je cavia's
buiten huisvest, dien je je er alsnog van te overuigen
dat ze genoeg vitamine D via het zonlicht krijgen. Als
je je cavia's in een schuur hebt gehuisvest en ze nooit
buiten komen, wonen ze dus NIET buiten, maar binnen.
Indien je cavia's in een hok buiten in de tuin wonen,
maar ze zitten altijd maar in hun hok, kunnen ze dus
geen vitamine D aanmaken onder invloed van het zonlicht
omdat ze dan dus nooit met het zonlicht in aanraking
komen.
De enige manier waarop een cavia vitamine D uit het
zonlicht kan maken, is door dagelijks een paar uur buiten
te zijn in het directe zonlicht. Alleen daglicht (dus
geen zonlicht) is beter dan géén licht,
maar onder invloed van gewoon daglicht wordt veel minder
vitamine D aangemaakt dan onder invloed van zonlicht.
De andere manier is via het voedsel. Vitamine D wordt
toegevoegd aan caviavoer, dus als je je cavia's dat
geeft, krijgen ze in ieder geval vitamine D naar binnen.
Controleer wat er in het hardvoer zit om er zeker van
te zijn dat er inderdaad vitamine D in het voer zit.
Ondanks dat kan het dan alsnog gebeuren dat je cavia
ergens last van krijgt, zoals blaasklachten of gebitsproblemen.
Dat kan dan zijn omdat er te weinig vitamine D in het
voer zit of omdat hij onvoldoende andere vitaminen krijgt,
zoals vitamine C, of omdat hij heel veel calcium binnen
krijgt. In dat geval dien je extra vitamine D toe te
voegen, extra vitamine C of de hoeveelheid calcium te
beperken.
Vitamine D is in capsules te verkrijgen waar poeder
in zit. Dit kun je dan mengen met wat vloeistof en via
een spuitje aan de cavia geven. Vitamine D is ook in
druppels te verkrijgen.
Een calciumarm dieet bestaat uit:
- groenten die arm aan calcium zijn
- groenten die calcium bevatten maar niet al te veel
- af en toe groente die wat meer calcium bevat als de
cavia die groente erg lekker vindt
- hardvoer dat vitamine D bevat
- hooi
- eventueel extra vitamine D
- brood geven dat niet zoveel calcium bevat
- water geven dat zacht is, dus dat niet veel calcium
(kalk) bevat
Hard of zacht water
Ook als je cavia's op een calciumarm-dieet zet en je
geeft voldoende vitamine C en D kan het alsnog gebeuren
dat je cavia problemen krijgt. Controleer dan de hardheid
van het kraanwater en geef je cavia alleen nog maar
zacht water.
De hardheid/zachtheid
van het kraanwater bij jou in jouw gemeente of woonplaats kun je de site van Aquacell voor een overzicht per provincie, of op die van Waterhardheid om een lijst van gemeentes en plaatsen te zien.
Nog veel meer informatie over vitamine D vind je op de pagina Vitamine D - het vervolg.
In de overzichten
is het aantal milligrammen per 100 gram gegeven - des
te hoger het getal dat vóór de groente
staat, des te meer calcium zit er in. Dus als er staat
'5' dan zit er heel weinig calcium in (namelijk 5 milligram
per 100 gram), staat er '200' dan zit er heel veel calcium
in (namelijk 200 milligram per 100 gram). 1 Gram is
overigens 1000 milligram.
Het omslagpunt ligt ongeveer rond de 60; dus alles beneden
de 60 kun je geven, en alles boven de 60 bevat te veel
calcium.
De enige uitzondering daarop is paardebloemblad. Die
bevat heel veel calcium:
150 molsla
(paardebloembladeren)
maar paardebloem heeft als eigenschap dat het waterafdrijvend
is. Dat houdt in dat het lichaam meer urine produceert
en alles naar buiten spoelt, dus ook de calcium die
in paardebloemblad zit. En daarom mag een cavia dus
wel paardebloemblad eten.
Groenten die veel calcium bevatten. Geef deze niet als
je cavia problemen heeft.
271 rucolasla
250 basilicum
180 boerenkool
125 Chinese kool
125 postelein
108 weegbree
105 spinazie
90 snijbiet
80 bleekselderij
80 koolraap
75 groene kool
70 venkel
Groenten die weinig calcium bevatten.
54 andijvie
54 paksoi
50 rode kool
50 savooiekool
50 sla
50 spitskool
49 kropsla (botersla)
41 pastinaak
40 knolraapbladeren
40 peterselie
38 broccoli
33 rode sla
32 alfalfa
31 winterpeen
30 spruitjes
30 witte kool
Groenten
die heel erg weinig calcium bevatten.
29 pompoen
28 bloemkool
27 wortel
25 veldsla
23 bospeen
23 komkommer met
schil
22 komkommer zonder
schil
22 witlof
21 ijsbergsla
20 asperges
13 bamboe
10 tomaat
8 paprika geel
7 paprika groen
7 paprika oranje
7 paprika rood
2 mais
0,4 gras (jong gras)
0,3 gras (volwassen gras)
0 maisbladeren
Brood
met het calciumgehalte.
119 witbrood
34 volkorenbrood
29 tarwebrood
Je kunt dus beter geen witbrood geven.
Hooi
met het calciumgehalte.
1,3 hooi
luzerne
0,4 hooi
0,4 hooi timothy
Hooi is dus altijd goed. Hooi moet een cavia ook altijd
hebben. Men zegt weleens dat luzernehooi niet goed is
omdat er heel veel calcium in zou zitten, maar dat lijkt
toch niet zo te zijn. Als je het zekere voor het onzekere
wil nemen, dan geef je het gewoon niet maar dan geef
je een ander soort hooi.
Fruit
met het calciumgehalte. Geef fruit als extraatje, maar
niet als hoofdvoeding.
30 kiwi
30 kruisbesssen
30 zwarte bessen
25 mandarijn
23 sinaasappel
21 blauwe druiven
20 kersen
20 rode bessen
17 druiven met schil
15 aardbeien
15 bosbessen
15 cranberries/veenbessen
15 netmeloen
15 vossenbessen
13 honingmeloen
13 witte druiven
12 ananas
12 morellen (kersen)
10 watermeloen
6 banaan
6 peer met
schil
5 blauwe bessen
5 peer zonder
schil
4 appel met
schil
3 appel zonder
schil
Ga naar de pagina Vitamine D - het vervolg.
Ga naar de pagina Vitamine D - daglicht(lamp).
Ga naar de pagina FAQ over vitamine D.
|