De Grote Cavia: algemene en bijzondere informatie over cavia's.




































 

Column over mijn belevenissen met cavia's.

Van duivenhok naar caviahok

Mijn opa was niet alleen meester-meubelmaker, maar ook duivenmelker. Op de zolder van zijn werkplaats waren de duivenhokken. Het was een geheimzinnige plek, die duivenzolder, maar ook een heel leuke.

Mijn opa met een van zijn kampioenen. Hij is zelfs Europees kampioen geweest!


Het was er een beetje schemerig, en overal hingen de prijzen die mijn opa gewonnen had met zijn duiven. Het rook er naar de droge lucht van duiven en duivenpoep. Er stond een enorme draaitrog met duivenvoer en altijd hoorde je het geroekoe en het gefladder van de duiven. Ik was acht jaar oud, en ik was er iedere dag, niet alleen op de werkplaats, maar ook op de duivenzolder. Ik hielp mijn opa met het schoonmaken van de hokken, met het vullen van de drinkbakken en als er niets te doen was, roerde ik met beide armen in die grote voertrog. En als er jonge duifjes waren, was ik er niet bij weg te slaan!

Mijn opa wist niet alleen veel van duiven, maar had ook een groot hart. En het kwam dan ook regelmatig voor dat hij zieke vogels van straat meenam en ze verzorgde. En natuurlijk mocht ik daarbij helpen! Omdat hij wel zag dat ik net zoveel van dieren hield als hij, zei hij op een dag: "Wil jij niet een diertje hebben? Eentje van jezelf?"
Natuurlijk wilde ik dat! Ik had dan wel een vogelkooitje met twee vogeltjes, maar de vogeltjes waren van glas: een rode en een groene. Ik verschoonde het hokje iedere dag en maakte trouw het waterbakje schoon, maar ja, vogels van glas waren niet zo leuk.
"Wat dacht je van een kanariepietje?" stelde mijn opa voor.
Ik vond alles prima! Alles beter dan mijn glazen vogeltjes.
"Dan zullen we zaterdag eens gaan kijken," zei mijn opa.

Maar die zaterdag was er veel werk dat afmoest en daarom kon hij niet. Maar in de week daarna zei hij: "Eigenlijk is een parkietje veel leuker, vind je niet?"
Ja, dat leek me ook wel wat.
"Dan gaan we zaterdag eens kijken," zei mijn opa.

Maar ook die zaterdag was er weer veel werk en kon hij niet. Maar hij zei wel: "Ik heb er nog eens over nagedacht, maar een parkietje kan je niet oppakken. Wat dacht je van een schildpad?"
Ik wist niets van schildpadden, maar och, dat was ook een dier!
"Of," peinsde mijn opa, "misschien is een knuffeldier wel leuker. Een schilpad... nou, ja, daar is eigenlijk niets aan. Wat dacht je van een konijn?"
Ook een konijn vond ik prima. Wat dieren betrof had ik eigenlijk geen voorkeur: ik vond ze allemaal leuk!
"Dan gaan we zaterdag kijken," zei mijn opa, en voegde er wijs aan toe: "Als ik tenminste geen werk heb."

Die zaterdag had mijn opa vrij en, gekleed in zijn beste pak en met zijn hoed op, gingen we naar de dierenwinkel, hand in hand.
Toen we bijna bij de dierenwinkel waren, zei hij: "Zeg, ik heb nog eens nagedacht over een konijn, maar eigenlijk lijkt een cavia mij veel leuker. Wat dacht je van een cavia?"
Ja, een cavia leek mij ook wel leuk. Ik vond alles goed!

De dierenwinkel vond ik al net zo geheimzinnig als de duivenzolder: het rook er een beetje muffig, en overal stonden dozen en pakken voer voor allerlei dieren. Er stonden kooien in alle maten en uitvoeringen, er hingen riemen, er stonden potjes en flesjes, er lagen manden en reismandjes, en aan één kant stonden kooien met allerlei dieren erin.

"Mijn kleindochter wil graag een cavia", zei mijn opa, en de eigenaar ging ons voor naar een kooi waar een cavia inzat.
Mijn opa keek naar de cavia en zei: "Het is eigenlijk zielig om er maar één te nemen. Twee cavia's is veel gezelliger. En we hebben toch ruimte genoeg, want ze komen op de werkplaats in een grote kooi te staan."
"Da's dan vijf gulden," zei de eigenaar, en stopte de twee cavia's in een doosje.
Mijn opa betaalde vijf gulden (2 euro 26) en we verlieten de winkel, ik met mijn twee nieuwe cavia's.
Had ik zomaar niet één, maar twéé nieuwe huisdieren!



Naar de volgende column.

top      home