De Grote Cavia: algemene en bijzondere informatie over cavia's.




































 

Column over mijn belevenissen met cavia's.

Mijn opa 'besmette' mij toen ik acht jaar was met het 'caviavirus' en elf jaar later had ik nog drie cavia's - en twee parkieten!

Verantwoordelijkheidsgevoel


De zusje zaten gezellig bij elkaar, en Hiltsjie en Binkie zaten ook gezellig bij elkaar. Dat geluk duurde een aantal jaren. Toen stierf Dora. Ze was altijd een hele rustig cavia geweest en ze stierf ook zo: in haar slaap. Dat was mijn eerste echte caviaverdriet.

Toen Kruin en Hilde stierven, was ik erg jong en toen had ik nog eens dertien andere cavia’s om voor te zorgen. En zo heel erg lang had ik Kruin en Hilde niet gehad. Panta was een ander verhaal, maar daar was ik vooral heel erg van onder de indruk. Echt verdriet had ik daar niet om omdat ze nog zo jong was en ik haar nog niet goed had kunnen leren kennen.
Maar Dora was al zoveel bij mij en ik wist precies hoe ze was en wat ze lekker vond. Dat ze stierf, deed pijn. Ik was even bang dat Rosje het niet leuk zou vinden om alleen te zijn, maar Rosje vond het juist prima. Rosje was ook een heel andere cavia dan Dora. Dora was lief, rustig en kalm. Rosje was woest, onrustig en druk. En nu Dora er niet meer was, had zij de hele kooi voor zichzelf. Was dat even fijn! Ik had haar al ontaarde moeder genoemd, maar nu vond ik haar ook een ontaarde zus!
Niet dat ze zich daar iets van aan trok. Alleen zijn was fijn en leuk!

We verhuisden en omdat er in het nieuwe huis meer ruimte was, kreeg ik de cavia’s en
 parkieten op mijn slaapkamer. En ik groeide op en, zoals alle kinderen, en ondanks dat ik vanaf mijn achtste cavia’s had gehad, had ik niet echt veel verantwoordelijkheidsgevoel als het om dieren ging. Ik kan de keren niet tellen dat mijn moeder zei: "Heb je je cavia’s al eten gegeven?" of "Je moet de kooien verschonen!" of "Je moet de vieze groente uit de kooien halen!"
Soms ook zei ze boos: "De kooien stinken!" of "De bakjes met brood en melk zijn aan het schimmelen!"
Ja, en daar had ze helemaal gelijk in. Ik ging vaak zuchtend en met tegenzin aan de slag om de kooien te verschonen. Als ik dan zag wat een rotzooi het was, dan schaamde ik me wel, maar een paar weken of maanden later, gebeurde het weer.

Het leven kabbelde verder – soms. Rosje stierf drie jaar later. Op een ochtend zat ze te knagen aan de tralies van de kooi. De oude volièrekooi had plaatsgemaakt voor een 'echte' caviakooi uit de winkel met verticale tralies. Aan die tralies leek ze wel vastgeklemd te zijn. Het kostte moeite om haar bekkie er van af te krijgen. We gingen uiteraard direct naar de dierenarts. In de auto had ik moeite om haar in bedwang te houden: ze beet overal naar en in en schokte met haar lijfje. De dierenarts zei dat ze een hersenbloeding had gehad. En zo stierf Rosje zoals ze geleefd had: woest en wild.

Mensen zeggen vaak dat cavia’s de ideale huisdieren voor kinderen zijn, maar de simpele waarheid is dat er geen ideale huisdieren voor kinderen zijn. Het ideale huisdier voor een kind zou namelijk aan de volgende eisen moeten voldoen:
1) geen ontlasting hebben zodat de kooi schoon blijft en nooit verschoond hoeft te worden
2) geen honger of dorst hebben zodat er nooit gevoerd hoeft te worden
3) zichzelf kunnen vermaken ook al zit het maanden of jaren alleen
Een kind heeft geen verantwoordelijkheidsgevoel; dat moet worden aangeleerd. En, gezien het gigantisch grote aantal huisdieren dat er jaarlijks naar asiels wordt gebracht, hebben heel veel volwassenen ook geen verantwoordelijkheidsgevoel. En als je dat niet hebt als ouder, kan je het je kind ook niet aanleren.
Ik had ook geen verantwoordelijkheidsgevoel. Mijn ouders wel. En het is aan hen te danken dat ik het nu wel heb.
Want al die keren dat ik me ergerde aan mijn moeder omdat ze me er op wees dat ik mijn cavia’s of parkieten niet goed verzorgde, leerden mij dat huisdieren er niet alleen maar zijn als het het baasje uitkomt; ze zijn er constant. En ze zijn, voor alles wat ze nodig hebben, totaal afhankelijk van het baasje.
Dat is een zware verantwoordelijkheid. Maar ook eentje die veel tevredenheid, plezier en geluk brengt. Want huisdieren verrijken je leven.

Ja, huisdieren verrijken je leven. En als er eentje sterft, is het alsof je een vriend verliest. Toen Hiltsjie stierf, was ik niet alleen verdrietig, maar ik voelde me ook schuldig. We gingen met Hiltsjie naar de dokter omdat hij niet meer at. Het bleek dat zijn tanden zo lang waren geworden dat hij niet meer kon eten en dat diende onder narcose behandeld te worden. Hij kwam wel bij uit narcose, maar stierf diezelfde dag omdat hij verzwakt was.
En heel, heel lang heb ik mezelf de schuld gegeven. Want ik had iedere dag moeten kijken of hij nog wel at en ik had moeten kijken of er wel van de groente gegeten was. Ik verweet mezelf dat ik niet goed genoeg voor hem gezorgd had, ik verweet mezelf dat ik andere dingen leuker vond dan mijn cavia’s, zoals tv kijken of de stad in gaan of met vriendinnen bellen. Wat ik mezelf eigenlijk verweet was dat ik nog maar een kind was met nog niet genoeg verantwoordelijkheidsgevoel…

En misschien niet genoeg kennis over cavia’s. Ik weet niet of het alleen zijn tanden waren die te lang waren. Dat is me toen wel verteld, maar het lijkt me, als ik er nu over nadenk, nogal onlogisch. Ik denk dat ook zijn kiezen te lang waren. Tanden kan je knippen zonder narcose, maar kiezen moeten onder narcose worden bijgevijld en waarom zou Hiltsjie anders onder narcose hebben gemoeten? Maar dat is kennis die ik nu heb, en toen niet had. Misschien was in die tijd nog niet bekend dat je tanden kon knippen? Ik weet het niet. Nu weet ik dat je de tanden van je cavia iedere week moet contoleren. Als je dan toevallig mist dat hij niet meer eet, zie je in ieder geval dat de tanden te lang zijn geworden. Toen wist ik dat niet. Toen gaf ik mezelf de schuld. Ik had niet goed genoeg voor Hiltsjie gezorgd en nu was hij dood. Ik was zo ontdaan over het hele gebeuren dat ik zelfs de dokter ervan verdacht alleen maar te zèggen dat Hiltsjie dood was, dat hij in werkelijkheid niet dood was maar hem had gehouden omdat hij zelf een cavia wilde hebben. Dat klink belachelijk, en ik weet het. Ik heb jarenlang dromen gehad waarin ik cavia’s vond die jarenlang overleefd hadden onder mijn bed – omdat ik ze niet goed verzorgde, waren ze maar onder het bed gaan wonen en hadden daar weten te overleven.
Ja, zoveel indruk maakte Hiltsjie’s dood op mij. Het maakte in één klap een eind aan mijn soms ietwat tot zeer onzorgvuldige houding tegenover mijn huisdieren. Of mijn schuldgevoel over Hiltsjie nu terecht of onterecht was… Ik had verantwoordelijkheidsgevoel gekregen.

Nu had ik alleen nog Binkie en Tieka – maar toen we van vakantie terugkwamen, zat er een cavia in de kooi. Mijn oma leefde in de veronderstelling dat ik zonder cavia’s niet kon leven en had Tara gekocht. Eigenlijk wilde ik geen cavia’s meer, maar ik kon een nieuwe cavia niet weerstaan! Tara was een lieve, rustige cavia die altijd naast mij op bed zat als ik zat te lezen, te knutselen of te schrijven.
Soms vond ik het wel zielig dat ze alleen zat, maar ik had geen zin om een andere cavia er bij te nemen omdat je dan, zoals mijn vader zo mooi uitdrukte 'aan de gang bleef'. Want, als Tara dan dood zou gaan, zou die andere weer alleen zitten en dat was dan ook zielig, dus moest er dan weer een cavia bij, en als er dan weer een dood ging… enzovoorts.

En natuurlijk waren er de parkieten. Binkie en Tieka zaten in de volièrekooi die in de oude parkietenglorie was hersteld. Ze vlogen vaak los en landen dan natuurlijk op het bed omdat op dat bed allemaal interessante dingen gebeurden: ik zat er te lezen en Tara zat er te knabbelen aan wat voer. Binkie hield daar een gezellig onderonsje met Tara voor hij weer verder vloog.

Maar niemand heeft het eeuwige leven en mijn huisdieren ook niet. Binkie ging terug naar zijn vriendje Hiltsjie en Tieka volgde al snel. Tara werd zeven jaar. Toen een heel normale leeftijd voor een cavia, nu een heel respectabele leeftijd – cavia’s worden tegenwoordig niet meer zo oud. Ze stierf rustig in haar slaap.
En ik had geen huisdieren meer. Ik was negentien. Ik had vanaf mijn achtste constant cavia’s gehad en ik vond het eigenlijk wel mooi geweest. Voor mij geen cavia’s meer! O, ze waren heel lief en leuk, maar het was ook een zware verantwoordelijkheid...
Voor mij geen cavia's en verantwoordelijkheid meer. Ik had cavia’s genoeg gehad voor de rest van mijn leven!


Naar de volgende column.

top      home