De Grote Cavia: algemene en bijzondere informatie over cavia's.




































 

Column over mijn belevenissen met cavia's.

Nadat ik elf jaar cavia's had gehad, was ik  nu 'cavialoos' en ik wilde ook geen cavia's meer.

Fabi en Medea


Toen ik negentien was, kreeg ik mijn eerste baan als werkplaatsreceptioniste bij een garagebedrijf. En ik ontmoette een jongen die ik erg aardig vond – en hij vond mij erg aardig. Zo aardig dat we gingen samenwonen. En iedere dag ging ik trouw naar mijn werk en tussen de middag ging ik een blokje om terwijl ik mijn lunch opat om dan na een half uur weer terug te keren naar mijn werk.

Het bedrijf lag in een omgeving die ik nog niet kende, maar door mijn dagelijkse lunchpauzewandelingetjes, leerde ik de omgeving kennen. Er waren veel winkels. Allerlei soorten winkels. Een supermarkt, een slager, een bloemenwinkel, café's, kledingwinkels… en een dierenwinkel. In de etalage van de dierenwinkel zaten de dieren die te koop waren. Er zaten muizen, ratten, hamsters, konijnen… en cavia’s.
De eerste keer dat ik dat zag, bleef ik verrast staan en dacht: 'Och, gut, wat een schatjes!' en liep door naar mijn werk.
Maar vanaf die dag ging ik iedere dag in de pauze even kijken bij de dierenwinkel. Want hoewel ik geen cavia’s meer wilde, bleven het schattige diertjes!

Als ik ergens anders een dierenwinkel zag, dan stapte ik ook even naar binnen. Waar ik ook was, en met wie ik ook was, als ik een dierenwinkel zag, moest ik even naar binnen stappen om cavia's te kijken. En degene met wie ik dan was, zuchtte en volgde me gelaten naar binnen – of bleef buiten staan wachten.
Een gevleugelde uitdrukking van mij in die tijd was: "Even cavia’s kijken!"
De medewerkers van de diverse dierenwinkels begonnen na verloop van tijd ook te zuchten als ze mij weer zagen. Want ik was dan wel een heel reguliere klant, maar eentje die niets deed om de omzet te verhogen want ik keek alleen maar en kocht nooit iets.

Dat hield ik vier jaar vol. Toen besloot ik dat het enige dat nog ontbrak aan mijn geluk, een cavia was. En ik vond dat als bijkomend voordeel van dat besluit was dat de dierenwinkels in de wijde omgeving eindelijk eens rust kregen – want ik was een echte dierenwinkelfanaat geworden; zonder ook maar ooit iets te kopen! Die arme dierenwinkels moesten ook maar hun rust gegund worden. Ik zou een cavia kopen! Of, nee, twee. Dat was wel zo gezellig.

Maar ik wilde rascavia's. Niet van die doorgefokte cavia’s met rattenneuzen uit de dierenwinkel, maar mooie rascavia's. De cavia's in de dierenwinkels waren heel lief, hoor, daar niet van, maar ze waren geen van alleen raszuiver en de meeste waren doorgefokt – toen al!
Ik ging op onderzoek uit en belandde bij een fokster die borstelharen fokte. Want in die tijd waren er eigenlijk maar een paar rassen: gladhaar, borstelhaar, langhaar en de Brandneus of Rus. Ik wilde borstelharen, want die vond ik het leukste. De gladharen waren nogal… glad, de langharen moest je iedere dag borstelen, maar de borstelharen zaten daar precies tussen in.

Zo kwamen Fabi en Medea in mijn leven, twee zusjes. Ik herinner me nog goed de eerste keer dat ik ze zag in het hok bij de fokster: twee kleine caviaatjes. Ik riep: "Och, wat een schatjes!" en was direct verkocht. En zij ook. Aan mij!

Fabi (rechts) zit een beetje te suffen, maar Medea (links) wil weten wat er gebeurt!


Medea was de drukste, en tevens de baas. Fabi was alleen maar erg lief. Al gauw groeiden ze de kooi uit, zodat ik een grotere kocht. Het was in die tijd dat er eindelijk grotere kooien op de markt kwamen. Maar omdat ik het nog steeds niet groot genoeg vond, zette ik er de oude papegaaienkooi bij waar ooit Hiltsjie en Binkie in hadden gezeten. Zo hadden ze er een ruime erker bij. Een ruimte waar Hiltsjie vast jaloers op geweest zou zijn, maar toen hij nog leefde, had ik niet zo'n benul van hoeveel ruimte een cavia nodig had.

Medea links en Fabi rechts.


Toen het tussen mijn vriend en mij uitging, verhuisden Fabi en Medea uiteraard mee. En toen Medea in 1993 stierf, was ik even bang dat ik een nieuw vriendinnetje voor Fabi zou moeten kopen. Want eigenlijk wilde ik dat niet. Maar het bleek dat Fabi het heerlijk vond om alleen te zijn. Eindelijk geen bazig zusje meer dat altijd als eerste de lekkerste hapjes voor haar neus wegpikte! Nu kon ze rustig en op haar gemak zelf uitkiezen wat ze als eerste zou eten. Zij stierf een jaar later.

En ik wilde (weer en opnieuw) geen cavia’s meer. Want inmiddels had ik een hond…


Naar de volgende column.

top      home