De Grote Cavia: algemene en bijzondere informatie over cavia's.




































 

Column over mijn belevenissen met cavia's.

Cavia nummer 7 is er niet zomaar. Cavia nummer 7 is hier met een hele specifieke reden.

Cavia nummer 7


Sinds kort heb ik geen zes, maar zeven cavia's. Nummer zeven is een beertje. De reden dat hij hier is, is aan de ene kant heel simpel, en aan de andere kant ook weer niet.

Ik heb de laatste drie jaar nogal wat cavia's gehad en de conditie waarin ze bij mij kwamen, verschilde nogal. Eén kon niet lopen, drie waren agressief en beten, één stierf met een paar maanden aan een aangeboren longafwijking, één was ontzettend bang, met twee heb ik nooit kontakt kunnen krijgen, één wilde niet aangeraakt worden, twee kwamen halfdood bij mij binnen en één had zoveel problemen dat het een hele waslijst was. Ik leek meer op een opvangcentrum dan op een particulier die graag cavia's wilde hebben.

De meeste problemen met de gezondheid (voor zover het niet dodelijk was) konden worden verholpen door veel dierenartsbezoeken en zorg. De gedragsproblemen konden meestal (maar helaas niet altijd) worden opgelost met veel liefde en geduld en al die cavia's, zowel degene die er nu niet meer zijn als degene die er gelukkig nog wel zijn, hebben een speciaal plekje gekregen in mijn hart, ondanks of misschien wel dankzij al de tijd, moeite en energie die ik er in heb gestoken om ze weer zo gezond mogelijk en zo normaal mogelijk te krijgen.

Maar toen afgelopen oktober Tesselzeugje Irsel bij mij kwam, zag ik opeens heel duidelijk hoe een gezonde, normale cavia zich behoort te gedragen. Een cavia die geen verleden met nare ervaringen heeft, die niet het resultaat is van doorfok, maar die van een goede fokker komt. Een cavia die niet agressief is, die niet bijt, die niet onverschillig is, die niet bang is, die niet ziek is, maar die gewoon heel normaal en heel gezond is. Een verademing na zoveel cavia's met een verleden te hebben (gehad).

Ik begreep weer waarom cavia's zo leuk waren. Niet dat de andere cavia's die problemen hadden met de gezondheid of die gedragsproblemen hadden, niet leuk waren, maar drie jaar van nieuwe cavia's krijgen die bijna allemaal problemen hebben – en die vervolgens, hoeveel moeite je er ook voor doet, nooit meer normale cavia's worden, of die, nog erger, veel te jong sterven, gaat je niet in je koude kleren zitten. Als je je instelt op het krijgen van zulke cavia's, zal de klap even hard zijn als het mis gaat, maar dan weet je van te voren waar je aan begint – ik wist van niets. Ik wilde gewoon leuke, gezellig cavia's, maar ben onderhand heel bedreven geworden in het oplossen van allerhande problemen die cavia's kunnen hebben door nare ervaringen in hun verleden. Dat het daarnaast nog eens heel veel geld kostte om al die zieke cavia's weer beter te krijgen, of hun gezondheid zo goed als mogelijk was te krijgen, was nog het minste – de tijd en energie die er in gaat zitten en de uren die je nadenkt over mogelijke oplossingen, zijn veel kostbaarder! Ik heb het met heel veel liefde gedaan en ik zou ze geen van allen hebben willen missen, maar door Irsel realiseerde ik me dat ik jarenlang alleen maar bezig was geweest met redderen en dat ik veel minder bezig was geweest met genieten. En ik besloot om iets te gaan doen waar ik al jaren over na liep te denken, namelijk een nestje nemen.

Ik heb vier nestjes gehad toen ik acht was - dat is nu dertig jaar geleden - en hoewel ik me er nog wel het een en ander van herinner, staat me dat niet meer heel duidelijk voor de geest. Het leek me al heel lang heel leuk om een nestje bewust mee te maken – eentje die niet vertroebeld was door dertig jaar aan andere herinneringen. En het leek me temeer leuk omdat ik dan eindelijk eens cavia's had die direct vanaf het begin aan mij gewend zouden zijn en die hele normale cavia's zouden zijn – de gezondheid is natuurlijk iets waar je niets over te zeggen hebt, maar als de ouders van de jonkies ook zo gezond mogelijk zouden zijn, zou dat risico in ieder geval heel klein zijn. Daarom wilde ik de ouders ook jong krijgen, zodat zij op zouden kunnen groeien tot zo gezond mogelijke cavia's – en als ik die ouders bij goede fokkers zou kopen, zouden zij tenminste normale, gezonde cavia's zijn. Een ander belangrijk punt was natuurlijk dat ik de juiste zeug bij de juiste beer wilde zetten en alleen als ik hen beiden bij een fokker zou kopen, zou ik hun afstamming weten en aldus van te voren weten of het verantwoord was om juist van die combinatie een nestje te krijgen. Zo konden erfelijke afwijkingen bij het nageslacht voorkomen worden.

En, als alles goed zou gaan, zou ik dan een of meerdere cavia's hebben die uit gezonde cavia's zouden komen die normaal gedrag hadden en die zelf ook hele, normale, gezonde cavia's zouden zijn. En die direct aan mij gewend zouden zijn en die op zouden groeien in de omgeving waar ze hun leven lang zouden blijven en die dus ook voor de rest van hun leven hele normale cavia's zouden zijn! Het lijkt bijna een ideaalbeeld na zoveel zieke cavia's en cavia's met gedragsproblemen te hebben gehad!

Ik weet dat er velen zijn die zullen zeggen dat er nog zóveel cavia's in opvangcentra zitten, dat het bijna profaan is om nog meer cavia's op de wereld te zetten. En daar zit zeker wat in. Maar ik vergelijk het maar met mensen die altijd honden uit het asiel hebben gehaald; van die stumpers die zo agressief zijn dat ze alles aanvallen (zoals mijn hond), of die zo zijn mishandeld dat ze geen vertrouwen meer in de mens hebben (zoals de hond van mijn vriendin), of die andere ellende en narigheid hebben meegemaakt, en dan terecht komen bij baasjes die met heel veel geduld en liefde van die stumpers fijne, betrouwbare, plezierige honden weten te maken. En die mensen (en ik ken er velen) halen hun leven lang stumpers uit het asiel, tot ze, na al die jaren zeggen: "Het was heel mooi werk en ik heb er hele lieve honden aan gehad, maar nu wil ik eindelijk wel eens een pup. Een hond die geen verleden heeft en die direct een normale, gezonde hond is."
En precies dat gevoel heb ik nu. Na twaalf cavia's met een verleden, was Baderon de eerste die normaal was. Maar hij is er niet meer. Ik zou heel graag van hem jonkies hebben gehad, maar dat is niet meer mogelijk. Nu is Irsel er. Zij is ook een Tessel, net zoals Baderon, en zij is ook een normale cavia, net zoals Baderon was.

En nu is dan ook Attilla er. Cavia nummer zeven. Hoewel hij zijn eigen unieke karakter heeft dat al voor veel opschudding heeft gezorgd (waarover ik nog wel eens zal schrijven!), is hij een hele normale, hele gezonde cavia. En het nestje dat gepland staat, zal van Irsel en Attilla zijn. Als alles goed gaat, heb ik dan volgend jaar een gezond nestje met gezonde, normale cavia's. Eindelijk, zou ik bijna zeggen!



Naar de volgende column.

top      home