De Grote Cavia: algemene en bijzondere informatie over cavia's.





































 

Column over mijn belevenissen met cavia's.

Attilla is door mij uitgezocht om een nestje van te krijgen, en ik hoop dat hij, nadat het met Irsel niet lukte, Amadea dekt.

Kandidaat Amadea


Ik had gehoopt dat Irsel van Attilla een nestje zou krijgen, maar dat ging niet door omdat Irsel een hersenafwijking heeft die haar weliswaar niet belemmert in haar doen en laten maar die heel goed erfelijk zou kunnen zijn - en dat risico wil ik uiteraard niet lopen.
Dus ging ik op zoek naar een andere kandidaat en ik vond uiteindelijk bij een fokker een driekleur Tesselzeugje van zes weken.
Omdat er in het cavia-appartement echter niet zoveel ruimte was om het zeugje en Attilla naast elkaar onder te brengen, besloot ik er een verdieping op te maken. Dat was makkelijk te realiseren omdat ik er destijds bij het ontwerpen en tijdens het bouwen al rekening mee had gehouden dat ik er ooit nog eens een verdieping op zou willen.
De verdieping erop zetten was dan ook een simpel klusje. En het nieuwe zeugje ophalen was dat ook. Maar haar aan het eten krijgen was dat niet...

Zo op het oog mankeerde ze niets, hoewel ze wel erg klein leek voor haar zes weken. Toen ik haar woog bleek ze 290 gram te wegen. Dat was net niet aan de maat: het was tien gram te weinig voor een gewicht van vier weken. Jonkies mogen pas met vier weken en als ze minimaal 300 gram wegen weg bij de moeder.
Haar huisvesting was wel in orde; zij en Attilla zaten naast elkaar, gescheiden door gaas. Als ik ze samen op schoot nam, vonden ze elkaar erg lief. Er leek, afgezien van haar lage gewicht, niets aan de hand te zijn. Behalve dat ze nauwelijks at en afviel. Na een week woog ze nog maar 260 gram.

Na in gedachten afgestreept te hebben wat het niet kon zijn, bleef er nog maar één mogelijkheid over: ze was, ondanks Attilla in de kooi naast haar, eenzaam. Ze kwam uit een grote buitenren waar zo'n twintig zeugjes zaten. Dan opeens alleen in een hok te zitten is natuurlijk een grote overgang.
Omdat ze met niemand anders samen kon, zette ik haar op de grond toen Fido en Mistral losliepen. Fido is gecastreerd, dus dat kon geen kwaad. Fido en Mistral bekeken haar eens en besloten dat ze voorlopig en op het eerste oog wel acceptabel was. Amadea - zo had ik haar genoemd - Amadea had niet van die scrupules. Ze holde blij op Fido en Mistral af: "Hallo, hier ben ik dan! Ik ben Amadea, leuk, hè? Wat zijn jullie aan het doen? Aan het eten? Goh, kan je dat spul eten? Ik ga het ook eens proberen als jullie het goed vinden. Vinden jullie het goed? Ja, vast wel, hè? Goh, gezellig zo saampjes, hè?"

Het was vanaf het begin een uitgemaakte zaak: Amadea had besloten dat Amadea voortaan bij Fido en Mistral woonde. Ik probeerde nog wel om haar te laten eten in haar eigen kooi en om Attilla's gezelschap voldoende te laten zijn, maar dat was bij voorbaat al een verloren zaak. Na drie dagen alleen overdag bij Fido en Mistral geweest te zijn maar nog de nachten in haar eigen hok doorgebracht te hebben, had ze besloten definitief in te treken bij Fido en Mistral. En ze at! Ze at de hele dag door en zat met zes dagen boven de 300 gram.

En dat was dan ook de laatste groeispurt die ze maakte, want daarna kwam ze niet meer zoveel aan. Toen ze acht weken was, woog ze nog maar 322 gram en toen ze twaalf weken was zat ze nog maar op een miezerige 528 gram. Het punt was, zoals ook met andere dingen, dat Amadea een eigen willetje had. Of beter gezegd: een IJzeren wil. Wat Zij Niet Wilde, Geschiedde Niet.

En er waren een aantal dingen die ze niet wilde: ze wilde niet groeien, ze wilde niet groot worden, ze wilde niet bronstig worden en ze wilde niet op schoot zitten. Om met het laatste te beginnen: het was véél leuker om bij Fido en Mistral te zijn dan om bij mij op schoot te zitten. Als ik haar op schoot had, zat ze constant te friemelen, te draaien, te hupsen, te springen en ze kon geen seconde stil zitten. En als ik haar aaide, schoot ze in een stuip. Net zoals cavia's soms heel geïrriteerd kunnen raken als je ze op hun kont aait en net zoals ze dan soms een soort stuip krijgen, net zo kreeg Amadea een stuip als ik haar aaide: "AAAGH! Aah, nee! Oh, nee, doe dat nou niet! Nee, hoor, dat voelt zo... zo.... springerig. Aah! Zo onaangenaam! Nee, hoor, doe nou niet!"
En toch was er niets mis met haar constateerde de arts!
Ze wilde het gewoon niet.
Net zo min wilde ze groeien of bronstig worden. Dat was voor zeugen, al die dingen, niet voor kleine meisjes. En Amadea was een klein meisje. Aan Fido lag het niet, want als Mistral bronstig was, zat hij er iedere keer nog bovenop. Maar Amadea werd niet bronstig: "Geen zin, lekker puh!"

Amadea is geen cavia die van stilzitten houdt.


Ze zit altijd te friemelen en te hupsen.

 

En dat komt omdat ze wel belangrijkere dingen te doen heeft dan op schoot zitten of gefotografeerd te worden!



Fido, Mistral en Amadea leken wel een gezin, met Fido als vader, Mistral als moeder en Amadea als de dochter. Zeker omdat ze zo klein bleef, leek het wel een gezinnetje.
Zei mijn moeder eerst nog: "Amadea is hun nichtje en is komen logeren en nooit meer weggegaan. Zo'n vergeten logeé!" het werd al snel: "Geen wonder dat Amadea niet op schoot wil zitten, die wil naar Pappie en Mammie toe."
En zo lijkt het precies. Amadea is de springerige, hupserige dochter die rondom het bedaarde ouderpaar heen huppelt en hen voorgaat naar de lekkerste hapjes. Maar als Mistral iets wil hebben wat Amadea net te pakken heeft, krijgt Amadea een fikse lel. En Fido schudt dan zijn wijze ouderhoofd en zegt: "Maar kinders toch, er is toch genoeg voor iedereen?"
En hoe eigenwijs en koppig Amadea dan ook is, tegen Fido en Mistral drijft ze haar zin niet door. Stel je voor dat ze haar het huis uitzetten!


Een goede foto van haar maken was dan ook lettterlijk een kwestie van maanden!


Door Amadea's karakter was er nog steeds geen geschikte kandidaat voor Attilla en dus zat er niets anders op: ik moest (oh, straf! ;-) ) weer op zoek naar een cavia.


Naar de volgende column.

top      home