De Grote Cavia: algemene en bijzondere informatie over cavia's.





































 

Column over mijn belevenissen met cavia's.

Amadea was een aparte cavia. Een héél aparte cavia!

Amadea


Amadea is gestorven. Zeer tegen haar wil. Want alles wat ze niet zelf besloten had, was zeer tegen haar wil.

Amadea: trots, eigenzinnig, koppig en met een wil die vele, vele malen groter was dan haar kleine lijfje.


Dat begon al toen ze hier kwam op de leeftijd van zes weken. Ze paste in de palm van mijn hand en woog slechts 290 gram. Ze zat eerst alleen, maar dat beviel haar allerminst en daarom at ze niet. In een week tijd viel ze 30 gram af. De vriend die ik voor haar bepaald had, maar waarmee ze nog niet dag en nacht samen kon omdat zij nog niet oud genoeg was voor een nestje, namelijk Attilla, wees ze resoluut van de hand: ze wilde Attilla niet! Bovendien had ze er een hekel aan dat haar vrienden voor haar gekozen werden: ze koos haar vrienden zèlf wel!
En ze wist al precies wie ze wilde als vrienden: Fido en Mistral. Dàt waren aardige cavia's en daar was het leuk wonen!

Ze had er de tijd van haar leven! En, hoewel ze wel at, ging dat maar met mondjesmaat en kwam ze niet echt heel veel aan, en erg hard ging dat ook niet. Toen ze twee maanden oud was, woog ze nog maar 322 gram. Eten was dan ook onzin, zo had ze besloten! Het was namelijk veel leuker om dingen te doen!  Lekker naar buiten, fijn los lopen, samen met Fido en Mistral op onderzoek uit in de kamer, dàt was pas leuk! Op en af allerlei dingen klimmen en springen en vooral heel hard en heel snel heen en weer racen; dàn had je pas lol!

Met drie maanden woog ze 587 gram. Ze was ook iets groter geworden. Niet veel, want Amadea hield niet van groeien; dat vond ze maar onzin. Alles wat ze móest doen, wilde ze niet. En alles wat ze tegen kon houden, hield ze tegen. Ze had een ijzeren wil!
Maar met vier maanden woog ze dan toch 804 gram. Haar absolute piek van 926 gram bereikte ze kort daarna. Toen besloot ze dat het mooi geweest was en dat ze voortaan niet meer aan zou komen! Ze bleef dan ook een klein prulletje. Maar hoe klein zij ook was, haar wil was zo groot als de sterrenhemel! Haar wil was wet!

Amadea had niet alleen een eigen willetje wat betreft eten en groeien, maar ze had ook besloten dat zij de baas was. Niet 'zou willen zijn' of 'zou graag willen', nee, niets van dat alles! Ze wàs de baas. Klaar.
Ze begon dat dan ook duidelijk te maken aan Fido en Mistral door op hen te rijden. Eerst nog een paar keer per dag, waarop zowel Fido als Mistral dan protesteerden, maar al snel honderden keren per dag. Dat vonden Fido en Mistral niet leuk, maar ze hadden geen verweer tegen haar tomeloze energie.
Amadea had dus niet alleen een eigen wil, maar was ook nog eens superdominant. En wel superdominant met een tic, want daar waar andere cavia's, als ze eenmaal hadden bewezen dat zij de baas waren, het wel genoeg vonden en voor de rest lekker rustig aan deden als baas zijnde, daar ging Amadea gewoon door. Als ze niet Fido bereed, dan maakte ze wel aanstalten om hem te berijden of had ze hem net bereden - of dan was ze net van plan dat bij Mistral te doen. Het was nog een wonder dat ze tijd vond om andere dingen te doen, zoals eten. Echt veel at ze dan ook niet. En ze begon af te vallen.

De arts zei dat het haar schildklier was die te snel werkte, maar de medicijnen die ze kreeg, werkten niet. Inmiddels waren Fido en Mistral dermate doorgedraaid door haar gedrag, dat ik haar apart had gezet. Ik probeerde of andere cavia's het met haar konden vinden, maar met wie ik het ook probeerde: ze werden allemaal gek van haar. Zodra Amadea namelijk een andere cavia zag, sprong ze er boven op, ondertussen ongetwijfeld in caviataal uitroepend: "Ik ben de baas! Ik ben de baas! Ik ben de baas!" en dat gespring en gerijd hield pas op als ik haar weer apart zette.

Nadat al mijn cavia's een zenuwinzinking hadden gekregen nadat ze Amadea ontmoet hadden, bleef er nog één cavia over: Arion. Maar die was al bezet. Die woonde namelijk samen met Irsel, hoewel Irsel wat slomer werd. Ik probeerde het toch. Amadea zag Arion, nam een aanloop, sprong boven op hem... en sprong in het luchtledige, want Arion had zich op tijd uit de voeten gemaakt.
En hij op zijn beurt nam nu een aanloop en besprong Amadea. Die was daar zo door verrast dat ze even niets deed. Toen, helemaal verontwaardigd, sprong ze boven op hem, waarop hij zich omdraaide en haar aankeek met een blik die zeggen wilde: 'Leef je uit. MIJ deert het niet.'
Het bleek hem inderdaad niet te deren! Hij was de enige die niet gek werd van Amadea! Wat een vreugde in cavialand!  Want dat hield in dat Amadea toch nog wat gezelschap kon hebben. Irsel werd wat slomer en langzamer en had meestal geen zin om met Arion naar buiten te gaan. En dat maakte ook niets uit, want nu was er Amadea!

Voortaan gingen ze iedere dag samen wandelen. Of eigenlijk rennen, springen en een hoop kabaal maken, want ze konden uren bezig zijn. En Arion werd niet gek van Amadea's gedrag; integendeel: hij leek het zelfs wel amusant te vinden, zo'n rare, kleine spring-in-'t-veld die altijd precies deed wat ze zelf wilde!
En als ze dan beide moe waren, gingen ze ieder terug naar hun eigen kooi. Het was een prima oplossing.

Toen Irsel stierf, hield dat in dat Arion en Amadea voortaan samen konden wonen, en ook dat was een succes. Toen Amadea minder aktief werd, vonden zowel Arion als ik dat heel vreemd.
Van die eigenwijze opsodemieter die altijd precies deed wat zij wilde, had ik niet verwacht dat ze opeens minder aktief was. Haar haar aan de voorzijde van haar lichaam was dunner geworden en de huid schemerde er doorheen. Ik ging weer naar de arts en die ontdekte een tumor in haar buik. Ik nam haar mee naar huis om te sterven...

Pijn had ze niet. Dus sterven in haar eigen hok, bij Arion, zou het beste zijn. Het probleem was alleen dat Amadea niet van plan was te sterven. Haar lichaam mocht het dan wel opgegeven hebben, zij niet.
Ze had nog steeds die ijzeren wil. Haar wil was wet. Zij bepaalde wat er gebeurde. En ze had besloten dat er niets aan de hand was en dat ze best door kon leven. Zes dagen wachtte ik tot ze vanzelf en thuis, in haar eigen hok, zou sterven. Ze viel af van 714 gram naar 533 gram. Hoewel ze vel over been was en haar ruggegraat er doorheen stak, spartelde ze iedere keer hevig tegen als ik haar oppakte om haar vloeibaar voedsel te geven. Nee, ze wilde geen vloeibaar voedsel! Ze wilde zèlf eten! En ze at inderdaad nog zelf, hoewel haar lichaam er al te moe voor was.
Ik gaf haar kruiken in haar nachthokje, maar nee, daar wilde ze niets van weten! Ze had het niet koud en ze wilde niet in het nachthokje zitten! Dus liep ze naar buiten, de kooi uit en liep nog rondjes door de kamer, hoewel ze wiebelde op haar zwakke pootjes.
Alles wat ik probeerde, wees zij af. Ze zou zèlf wel bepalen wat ze wilde doen en hoe ze dat wilde doen! En als ik dacht dat zij zou sterven, dan had ik het mis! Want ze had er een vreselijke hekel aan als men haar vertelde wat ze moest doen!

Op het laatst zei ik tegen haar: "Amadea, laat het nou gaan... Sterf gewoon vannacht, hier, in je eigen hok, bij Arion. Wees niet zo eigenwijs. Je lichaam kan niet meer en er is niets dat iemand kan doen om het beter te maken, ook jij niet. Laat het nou gaan..."
Maar, nee, ze liet het niet gaan. Zij had besloten dat zij niet zou sterven...

En dus besloot ik vandaag dat het niet meer ging. Als het aan haar zou liggen, zou ze gewoon dóór leven, net zolang als zij haar wil kon opleggen aan haar lichaam. Dan zou ze er nog zijn, en morgen ook nog, terwijl haar lichaam al een poos niet meer kon en ze het alleen maar met wilskracht op de been hield…
Ze stond gisteravond in haar nachthokje, hoog op de poten. En ik probeerde haar te laten gaan liggen.
"Ga toch lekker liggen, Amadea..."
Nee, ze wilde niet zitten! Nee, ze wilde niet liggen! Ze wilde staan!
En dat terwijl ze nog maar 514 gram woog, haar ruggegraat als een mesje uit haar vel stak en ze gewoon niets meer was… maar tòch nog stug volhouden. Nee, ik wil niet!
En gisteravond laat was ik haar kwijt. Ze bleek zich afgezonderd te hebben, zoals dieren doen die gaan sterven.
Dus ik haar weer in het hokje, met kruik, gezet. En besloten dat het nu mooi was geweest. Haar lichaam had het een week geleden al opgegeven, maar zij hield maar vol... en vol... en vol...
"Laat het toch gaan, Amadea..."
Nee! Nee! Nee!

En dus ging ik vandaag naar de spoedkliniek… Arion ging mee in het kistje en was er ook bij.
Uiteraard protesteerde Amadea. Nee, ze wilde niet naar de arts! Nee, ze wilde niet in het kistje! Nee, ze hoefde geen kruik in het kistje!
Toen de arts haar uit het kistje tilde, spartelde ze ook tegen. Nee, ze wilde niet!

En zo stierf ze. Zeer tegen haar wil. Want alles wat ze niet zelf besloten had, was zeer tegen haar wil.


Maar in de caviahemel vragen ze haar natuurlijk hoe ze daar gekomen is. En dan zal ze uiteraard zeggen: "Omdat
IK dat wilde!"
Want er gebeurt nu eenmaal niets als zij het niet wil!



Naar de volgende column.

top      home