De Grote Cavia: algemene en bijzondere informatie over cavia's.




































Je cavia's moeten eten om te blijven leven. Maar wat is precies de functie van voedsel?

 

Eiwitten
Koolhydraten
Mineralen en sporenelementen
Vetten
Vitamines
Vocht


Energie en groei

Voedsel levert de energie die nodig is voor alle lichaamsfuncties zoals ademhaling, spierarbeid, bloedsomloop, spijsvertering, uitscheiding van overbodige stoffen, en vernieuwing van de cellen. Bij een jong dier dient het daarnaast voor de groei en bij een zwanger dier voor de groei van de baby's.


 
Droog en nat

Voedsel bestaat uit droge stof en natte stof. De droge stof kan worden onderverdeeld in organische stoffen en anorganische stoffen. Een organische stof is afkomstig van planten of dieren. Anorganische stoffen zijn niet afkomstig van planten en dieren, maar van andere dingen, zoals mineralen of stenen.
De natte stof die uit water komt, heeft diverse functies, de natte stof die in voedsel te vinden is, kan zowel organische als anorganische stoffen bevatten.


Droge stof

Organisch

Anorganisch

Natte stof uit water

Diverse functies

 

Natte stof uit vocht

Organisch

Anorganisch


Voeding bevat (afhankelijk van het soort voeding) de volgende bestanddelen:
vocht
koolhydraten
eiwitten
vetten
vitamines
mineralen
spoor-elementen


top



Vocht: water

Vocht zoals water heeft de volgende rollen in het lichaam: 

Transportmiddel

Bloed bestaat voor een groot deel uit water. Het vervoert zowel de bouwstoffen uit voeding als de afvalstoffen die vrijgekomen zijn in het lichaam.

Oplosmiddel

De voedingsstoffen moeten eerst in water worden opgelost voor ze in het bloed kunnen worden opgenomen.

Bouwstof

Een groot deel van het lichaam bestaat uit water.

Regelaar

Om de lichaamstemperatuur op peil te houden, is water nodig. De cavia heeft een lichaamstemperatuur tussen de 37,5 en 39°C.

Beschermer

De slijmvliezen hebben water nodig om hun werk te kunnen doen.



Vocht: in voeding

Vocht in voeding heeft dezelfde werking als water, maar bevat daarnaast ook andere voedingsstoffen, zoals bijvoorbeeld vitaminen.



Koolhydraten

Koolhydraten zijn de belangrijkste energieverschaffers, bestaande uit koolstof, waterstof en zuurstof. Koolhydraten worden ook wel snelle energieleveranciers genoemd, want suikers in de voeding worden afgebroken tot onder andere glucose, en glucose wordt 'verbrand' waarbij er energie en warmte vrijkomt. Vandaar dat we behoefte hebben aan iets zoets als we geen fut meer hebben.
Koolhydraten zitten in suikers, zetmeel, organische verbindingen en ruwe celstof. Ruwe celstof is essentieel voor de spijsvertering van cavia's. Ruwe celstof zit in hooi.



Eiwitten

Eiwitten (of proteïnes) bestaan uit aminozuren en zijn nodig voor het hele lichaam: botten, haren, nagels, bloed, spieren, pezen en organen zijn allemaal uit eiwit opgebouwd. Er zijn 20 aminozuren bekend. Cavia's hebben 12 van deze aminozuren, waarvan arginine, leucine, lysine, methionine en valine de meest belangrijke zijn.
Eiwitten zijn het meest voorkomende bestanddeel van al het dierlijk en plantaardig leven.



Vetten

Vet is zeer belangrijk in het lichaam. Het zorgt voor een normale groei, een goede afweer, gezond bloed, een goed werkend hormonaal systeem en een gezond zenuwstelsel. Bovendien is het een goede energiebron want het levert ruim 2x zoveel energie als dezelfde hoeveelheid koolhydraten. In lichaamsvet kunnen de vitamines A, D, E en K worden opgeslagen.


top




Vitamines

Vitamines zijn van vitaal belang voor een algehele goede werking van het lichaam. Op enkele uitzonderingen na, kunnen vitamines niet door het lichaam worden aangemaakt en daarom moeten ze via het voedsel in het lichaam komen.

Vitamine A

Vitamine A is nodig voor de groei, het gezichtsvermogen, de voortplanting, de botten en ter versterking van het afweersysteem.
Vitamine A zit in de meeste groenten en vruchten.

Vitamine B

Het vitamine B complex bestaat uit verschillende vitaminen die een cijfer achter de B hebben gekregen. Alle B vitamines zitten in onder andere noten, granen en groene groenten.

Vitamine B1

Vitamine B1 is nodig voor onder andere een goede werking van het zenuwstelsel, het hart en het bloed.

Vitamine B2

Deze is belangrijk voor onder andere de spieren, de botten, de huid en de ogen.

Vitamine B3

Voor een goede werking van onder andere het spijsverteringskanaal en het zenuwstelsel.

Vitamine B5

Nodig voor onder andere de hersenen, zenuwstelsel en afweersysteem.

Vitamine B6

Belangrijk voor onder andere het afweersysteem, de vochthuishouding en het bloed.

Vitamine B12

Noodzakelijk voor de zenuwcellen, belangrijk voor onder andere het bloed en aminozuren.

Vitamine C

Belangrijkste anti-oxidant in waterweefsels, essentieel voor de aanmaak van hormonen, belangrijk voor onder andere het afweersysteem en als 'cement' voor het lichaam. Vitamine C zit in groenten en vruchten.

Vitamine D

Belangrijk voor opbouw en onderhoud van botten en gebit, het hartritme, het zenuwstelsel en de bloedviscositeit. De belangrijkste bron van Vitamine D is zonlicht, maar het is er ook als voedingssupplement.

Vitamine E

Belangrijkste anti-oxidant in vetweefsels, belangrijk voor onder andere het bloed. Vitamine E zit in oa. noten en groenten.

Vitamine K

Belangrijk voor onder andere de lever, de botten en het bloed. Vitamine K zit in groene bladgroenten.

Bèta-caroteen

Heeft dezelfde werking als vitamine A, maar is daarnaast ook een krachtige anti-oxidant in vetweefsel.

PABA

Dit is officieel geen vitamine, maar wordt vaak wel als zodanig erkend. Het is belangrijk voor onder andere huid, haar en nagels.

Foliumzuur

Dit is essentieel voor het celdelingsprocess dat tijdens de zwangerschap plaatsvindt. Verder belangrijk voor onder andere bloed, lever en afweersysteem.

Biotine

Belangrijk voor de darmflora, haar en nagels en de stofwisselinge van eiwitten en vetten.

Choline

Belangrijk voor onder andere zenuwstelsel, lever en nieren.

Inositol

Een van de grondstoffen voor de aanmaak van hersencellen, verder belangrijk voor onder andere haargroei, stressbeheersing en lever.

Bioflavonoïden

Versterkt de vitamine C functie en verbetert de vitamine C stofwisseling.


top




Mineralen en sporenelementen

Noch mineralen, noch sporenelementen kunnen door het lichaam aangemaakt worden: ze moeten derhalve uit de voeding komen. Sporenelementen zijn mineralen die slechts in zeer kleine hoeveelheden nodig zijn.
Ze zijn van belang voor de vorming van botten en tanden, als co-enzymfactor (bij de chemische processen) en als regelaar voor het evenwicht, de hoeveelheid en de samenstelling van de lichaamsvloeistoffen.


Mineralen en sporenelementen:

Borium
Belangrijk voor de bloedstolling, de opname van calcium en de werking van de celmembraam.

Calcium
Voor onder andere de opbouw van botten en tanden.

Chloor
Belangrijk voor onder andere het zuur/basenevenwicht, de gewrichten en pezen.

Chroom
Belangrijk voor de vorming van vetzuren en cholesterol, de koolhydraatstofwisseling en de werking van insuline.

Fosfor
Voor onder andere het zuur/basenevenwicht, en de botten en tanden.

Germanium
Onder andere: stimuleert het afweersysteem, verwijdert zware metalen uit het lichaam, verbetert de zuurstofvoorziening van de cellen.

Jodium
Essentieel voor de schildklierfunctie, verder voor onder andere de opname van koolhydraten.

Koper
Belangrijk voor onder andere de opname van ijzer, de eiwitstofwisseling, de energieproductie.

Kalium
Voor onder andere het zenuwstelsel, de vochthuishouding en het hartritme

Lithium
Voor de stabiliteit van de celmembranen en de vorming van regulatiestoffen.

Mangaan
Belangrijk voor de vorming van botten en kraakbeen, verder voor onder andere energieproductie en bloedsuikerspiegel.

Magnesium
Voor onder andere de opbouw van botten en tanden, en de vorming van DNA.

Molybdeen
Belangrijk voor onder andere de koperstofwisseling en de ijzerstofwisseling.

Natrium
Belangrijk voor onder andere de vochthuishouding en de regulering van het zuur/basenevenwicht.

Rubidium
Gunstig effect op het bioritme, helpt de celdifferentiatie, en betrokken bij het transport van sommige mineralen.

Selenium
Betrokken bij onder andere de bloeddruk, het afweersysteem, en de afvoer van giftige metalen uit het lichaam.

Strontium
Speelt een rol in de botmineralisering.

Vanadium
Belangrijk voor de cholesterol-stofwisseling, de vorming van botcellen en kraakbeencellen, en de aanmaak en onderhoud van tanden.

IJzer
Betrokken bij onder andere de eiwitstofwisseling, en de energieproductie.

Zink
Belangrijk voor onder andere het afweersysteem, het DNA, en de aanmaak van verschillende hormonen.

 

top      home